Milatos. Milatos is een verzorgd traditioneel dorp in noord Kreta dat tussen Chersonissos en Agios Nikolaos ligt. Het ligt ongeveer op de zelfde plaats waar oorspronkelijk de gelijknamige stad uit de oudheid lag. Het dorp is in twee delen verdeeld: één deel ligt in het achterland, het andere deel aan de kust, dit dorp noemt men ook wel 'Paralia Milatou'. Paralia betekent namelijk strand. De afstand tussen de twee dorpen is ongeveer twee kilometer.
Paralia Milatou - Milatos Kreta
Het dorp Milatos is rustig, de oude huizen zijn gerestaureerd in de oude stijl, ze zien er erg mooi uit. Het loont de moeite om in de steegjes van het dorp een wandeling te maken. Het dorp aan de kust is meer toeristisch. Hier zijn allerlei taverna's, cafe's en winkels.
Milatos Kreta
Vanaf Milatos is het mogelijk om leuke uitstapjes te maken, want verschillende populaire badplaatsen liggen dichtbij. Op enkele kilometers afstand ligt de mooie Vrachasi kloof, ideaal om te wandelen.
Hoewel Milatos een klein dorp is, heeft het en zeer rijke geschiedenis. Volgens oude geschiedenisboeken, is in de oudheid de stad Milete in Turkije door inwoners van Milatos gesticht. In 1823 tijden de Griekse onafhankelijheidsoorlog speelde zich in een grot nabij Milatos een groot drama af, waar 3600 Grieken door Turken de dood vonden. Deze grot kan men bezoeken.
In 1822 werd er een Egyptisch-Turks leger onder leiding van Hassan Pasja naar Kreta gestuurd om een dreigende opstand tegen het Ottomaanse rijk de kop in te drukken. Veel inwoners vluchtten naar de grot van Milatos, waar toen zo'n 3600 mensen verstopt hebben gezeten. Het waren ongeveer 300 gewapende mannen en de rest bestond uit vrouwen en kinderen.
Op 3 februari 1823 liet Hassan Pasja de uitgangen van de vallei waarin de grot ligt blokkeren en liet het leger de ingang van de grot beschieten. Dit duurde tot 15 februari. Toen moesten de vluchtelingen zich overgeven om niet om te komen van de dorst. De mannen werden gedood of naar Spinalonga gebracht, waar ze later werden geëxecuteerd. Ook de oudere vrouwen werden gedood. De jongere vrouwen en kinderen werden verkocht als slaven.
Een inscriptie bij de ingang van de grot herinnert aan de gebeurtenissen van 1823. Ter ere van de apostel Thomas is in de grot een kapel gebouwd. In het bijbehorende ossuarium bevinden zich enkele botten van de slachtoffers. Elk jaar, de zondag voor Pasen, wordt er in deze kleine kerk naast de grot een mis gehouden ter nagedachtenis aan de slachtoffers.