Door: Jorgos Nikolidakis
Journalist Ingeborg Beugel was voorheen correspondent op de Balkan, met standplaats Athene; ze was daarna o.a. verslaggever bij het actualiteitenprogramma Netwerk en documentaire programmamaker bij de IKON. Wij kennen Ingeborg als iemand die het in de media flink voor het Griekse volk heeft opgenomen. Ze is een echte Griekenland kenner en ze heeft een huis op het Griekse eiland Hydra. Genoeg redenen om meer over haar te willen weten, want: “ Wie is Ingeborg Beugel eigenlijk?
Ingeborg Beugel
Wanneer ben je voor het laatst naar Griekenland geweest?
Met Oud en Nieuw. Ik kon het er niet wegblijven. Ik ben zoals altijd naar het autoloze eilandje Hydra geweest, omdat ons huis daar staat. Met Kerst en Oud en Nieuw is het daar erg bijzonder, zeker in januari. Dan zijn er ‘Alkyonides Meres’, dat wil zeggen ‘Dagen van Alkyoni’. Alkyoni was volgens de Griekse Mythologie een mooi herderinnetje waar Zeus zijn oog op liet vallen. De jaloerse vrouw van Zeus, Hera, heeft toen Alkyoni omgetoverd in een klein vogeltje. Het beestje was zielig en had het in de winter erg koud. Zeus wilde het vogeltje, zijn vroegere minnaresje, helpen. Dus heeft hij er toen voor gezorgd dat het elk jaar in januari een paar weken goed weer zou zijn, want haar ‘terug toveren’ ging niet. Dat vond ik als kind altijd raar: als je zo machtig bent als Zeus, dan kan je toch zeker tegen de tovenarij van je vrouw op? Afijn, volgens de overlevering ging het zo. En daarom is het op Hydra ieder jaar begin januari een paar weken supermooi weer. Zodra ’s ochtends de zon over de bergkammen komt, totdat de zon weer om een uur of vier achter de skyline van de Peloponnesos verdwijnt, is het er heerlijk. Warm. Je kunt gewoon met een T-shirtje op je terras zitten. Het is in die tijd ook heel erg rustig, omdat er nog geen toeristen zijn. Alleen de “die hards” zijn er. Dat zijn mensen die al jaren naar Hydra komen en vaak op Hydra huizen hebben. Het zijn de echte Hydra-expats, een select groepje mensen dat ik inmiddels na dertig jaar goed ken. Iedereen geeft diners en feestjes, alleen voor “die hard” intimi. Daardoor krijg je het gevoel dat je deel bent van iets unieks.
Laten we bij het begin beginnen, hoe ben je in Griekenland terecht gekomen?
Ik was er voor het eerst toen ik een jaar of achttien was, ik studeerde geschiedenis in Amsterdam aan de VU. Ik ging voor het laatst met mijn ouders en broertje op vakantie. Een zeiltocht langs de Sporadische Eilanden: Skopelos, Skiathos, Alonissos. Ik weet nog dat ik in september 1978 in Athene uit het vliegtuig kwam. De hete lucht sloeg als een lauwe vaatdoek in mijn gezicht en ik wist: hier hoor ik thuis. Achteraf was het een cruciale vakantie: de laatste van het hele gezin en de laatste überhaupt, want daarna is mijn vader gek geworden.
Hoezo?
Mijn vader was stockbroker in Brussel, hij werkte in de wereld die nu voor zo’n puinhoop zorgt, de financiële sector. Mijn vader verloor bijna van de ene dag op de andere dag bijna alles wat hij bezat, omdat hij al anderhalf jaar ontslagen was, maar dit tegen niemand gezegd had. Niet tegen mijn moeder en niet tegen mijn broer of mij. Hij deed gewoon alsof er niets aan de hand was. Hij was zo’n man die iedere dag met een attaché koffertje naar zijn werk ging en ’s avonds weer naar huis kwam. We merkten niets, want dat bleef hij doen. We weten tot op de dag van vandaag niet waar hij al die tijd, anderhalf jaar, uithing. Tijdens die Griekse zeilvakantie wisten we nog van niets. Hij bleef op grote voet geld uitgeven, maar er kwam niets meer binnen. Hij bouwde, voor ons onzichtbaar, een enorme belastingschuld op en maakte bijna al zijn geld op. Op een dag, niet lang na Griekenland, kwamen de politie en de deurwaarder aan de deur. We kregen te horen dat ons huis binnen drie maanden publiekelijk geveild zou worden, bankrekeningen en auto’s werden in beslag genomen, gas en elektriciteit werden afgesloten. Het was een drama. Die eerste reis naar Griekenland, was het laatste moment van ons familiegeluk.
Wat heb je toen gedaan?
Ik heb toen alle papieren bij elkaar gezocht en het is me gelukt om allerlei instanties en de rechter ervan te overtuigen dat mijn vader psychisch niet in orde was. De rente werd toen van de belastingschuld afgetrokken, Dat scheelde. We hebben wat dingen verkocht en zo hebben we het huis kunnen redden. Mijn vader heeft psychiatrische hulp gekregen en is uiteindelijk als financieel redacteur bij de NRC geëindigd.
En wat gebeurde er met je studie, kon je die nog betalen?
Het betekende dat ik van de ene dag op de andere geen studietoelage meer kreeg van mijn vader. Ik moest gaan werken om mijn studie te kunnen betalen. Ik moest een studiebeurs aanvragen, maar die krijg je na aanvraag pas zes maanden later. Ik heb het eerst in de horeca geprobeerd. Dat was bepaald geen succes. Omdat ik in Brussel een opleiding had gehad op de Europese school en ik vloeiend Frans sprak, deed ik aan de VU alle onderwerpen met Franse literatuurlijsten. Ik had toen net voor de Franse Revolutie gekozen. Op dat moment kwam de film van Ettore Scola “La nuit de Varennes” uit. Die speelt in het decor van de Franse Revolutie. Ik las alle recensies in de Volkskrant, de NRC, het Parool en in Trouw en wond me op over hoe stom die waren. De Nederlandse filmrecensenten wisten duidelijk niks van de Franse Revolutie. Toen heb ik op een nacht, op een oude Remmington, heel boos opgeschreven wat ik van die film vond en uitgelegd hoe de film refereerde aan allerlei belangrijke denkers en ideologieën uit die tijd. Er zat veel symboliek in die met de Franse revolutie te maken hadden. De dag daarna heb ik mijn ‘recensie’ naar het toenmalige filmblad SKOOP gestuurd. Drie dagen later werd ik plots door de einderedacteur, Rogier Proper, gebeld met de vraag of hij mijn verslag kon plaatsen en of 680 Gulden genoeg was. Ik leefde van 800 gulden per maand. Toen dacht ik: ‘Wow, zo kan ik geld verdienen!’ Rogier Proper schreef toen ook voor de NRC en werkte voor de VPRO-radio. Hij heeft me geholpen, werd mijn coach, en dankzij hem ben ik meer artikelen gaan schrijven over allerlei onderwerpen voor de NRC en andere kranten en bladen. Op die manier kon ik naast mijn studie geld verdienen. Dat was lang geleden. Nu is de cirkel rond, want op dit moment is hij eindredacteur van mijn - sterk autobiografische - roman ‘Total Facelift’. Het boek komt in de herfst uit en het gaat veel over Griekenland.
Hoe was inmiddels de situatie thuis?
Op een gegeven moment had ik het helemaal gehad met mijn ouders. Ze hadden, onmachtig en in shock als ze waren, niets aan ons huis gedaan, lieten mij in mijn eentje met m’n negentien lentes alle rotzooi opruimen. Dat was heel zwaar. Ik wilde weg, weg van hen en weg uit het Nederland van van Agt. Ik wilde net als Bibeb van Vrij Nederland en Oriana Fallaci ‘belangrijke mensen’ interviewen. In die tijd had ik enorme bewondering voor Melina Mercouri. Toen heb ik de stoute schoenen aangetrokken, ben naar de NRC gegaan en heb gezegd ‘Ik kan een interview krijgen met Melina Mercouri’. Dat was helemaal niet waar, ik blufte gewoon. De eindredactrice van het Zaterdagsbijvoegsel antwoordde tot mijn stomme verbazing: ‘Hier is je ticket, je krijgt een week hotel in Athene, ga het maar doen!’ Ik schrok me dood, ik had er helemaal niet over nagedacht wat ik moest doen als ze ja zou zeggen.
In welk jaar was dat?
Dat was in 1983. Melina Mercouri was net door de eerste PASOK premier Andreas Papandreou tot Minister van Cultuur benoemd. Ze was een bekende filmster, beroemd door haar rol als hoertje in Pireus in de klassieker ‘Never On Sunday’. Van prostitueeactrice tot Minister, dat vond ik wel wat. Ze had ook fel tegen de laatste Griekse dictatuur van 1969 tot 1974 gestreden, onvermoeid vanuit het buitenland, waar ze als banneling leefde. Ze was een vrouw met ballen. Voor ik het goed en wel besefte, was ik in Athene op weg naar het Ministerie van Cultuur. Iedere eerste dinsdag van de maand ontving Melina ‘het volk’, dat was precies de dag dat ik daar aankwam. Er stond een kilometer lange rij van vooral duidelijk arme mensen te wachten om met Melina te praten. Ze hadden kippen, tomaten, brood en feta bij zich, om zelf tijdens het lange wachten op te eten of om aan Melina te geven. Hilarisch. Wat moet je op een Ministerie met kippen? De rij schoot helemaal niet op, ik dacht: ‘straks kom ik nooit aan de beurt.’ Brutaal ben ik de hele rij langs gelopen. Zo kwam ik in het wachtkamertje met haar drie secretaresses. Ik vertelde hen dat ik voor een interview was gekomen. Tot mijn grote schrik antwoordden ze:’ Dat gaat niet lukken, want Andreas Papandreou is jaloers. Melina heeft de laatste tijd erg veel in de buitenlandse pers gestaan. Iedereen komt om haar te interviewen, niemand komt om hem te interviewen, daarom heeft hij haar een interviewverbod opgelegd. Er is een wachtlijst van kranten als The New York Times tot de Asahi Simbum, de belangrijkste Japanse krant. Van de NRC hebben we nog nooit gehoord. U staat achteraan in de rij, misschien over vier maanden.’ Zo was ik dan toch de laatste van een lange rij…
Wat dacht je toen?
‘Oh my God!’ Ik durfde echt niet terug naar Nederland zonder dat interview. Nu wilde het geval dat ik een paar jaar daarvoor, in 1979, aan een film had meegewerkt in Athene. Een rare film van een student van de Hoge school in Delft, die geen ervaring met film had. Toch had hij bedacht dat hij het beruchte dagboek van de schilder Giorgio de Chirico uit Volos wel kon verfilmen. Titel van de film en het boek was ‘De Slaapwandelaar’. De student had bizar veel subsidie gekregen om die film te maken en hij had me gevraagd of ik regieassistente wilde zijn. Nou, dat wilde ik wel, terug naar het land van die lekkere lauwe lucht, van de Laatste Vakantie. Het was een rampzalige productie, werd de meest vreselijke film ever, en ik wilde mijn naam uiteindelijk niet op de aftiteling. Tijdens de opnames - EEN groot avontuur, dat wel - heb ik kennis gemaakt met Dionysis Fotopoulos, een van de beste set designers in Griekenland. Met hem kreeg ik een korte liefdesrelatie. Ik was 19, hij 48, dat KON eigenlijk niet. Maar ja. Hij ‘deed’ alle opera’s, ook van het theater in Epidaurus en de kostuums voor het theater Koun. Hij heeft me toen meegenomen naar al die prachtige theaters en naar het huisje van Melina Mercouri in Epidaurus. We zijn daar ook blijven slapen. In haar bed. Dat vond ik ontzettend romantisch. Ik had toen nog geen idee dat ik haar een paar jaar later zou willen interviewen. Op het moment dat ik door de secretaresses van Melina werd geweigerd, dacht ik meteen weer aan Dionysus Fotopoulos. Ik zocht hem op, hij was zowaar thuis, en ik barstte onmiddellijk in tranen uit. Ik snotterde dat ik niet weg zou gaan totdat hij voor mij een interview zou regelen. Hij pakte de telefoon en belde Melina. Geen idee wat ze zeiden, ik sprak toen nog geen Grieks. De volgende donderdag om 14 00 uur kon ik me bij de Grande Dame vervoegen.
Je kwam opnieuw bij het Ministerie van Cultuur. En toen?
De secretaresses waren alles behalve blij toen ze me weer zagen. Ik had van hen ‘gewonnen’, they were not amused. Ze lieten me expres wachten. Ondertussen kwamen allerlei damesdelegaties voorbij: een delegatie Dwaze Moeders uit Argentinië, een delegatie van zwarte Vrouwen Tegen Huiselijk Geweld in Afrika en allerlei andere Dames Met Een Missie. Ondertussen was het half vier terwijl ik de afspraak om twee uur had staan. Ik begon zenuwachtig te worden. Nu had de pers attaché van de Griekse ambassade in Den Haag mij verteld had dat het brein, de belangrijke man, ACHTER Melina, ene meneer Michalis Koutouzis was. Terwijl de tijd onherroepelijk verstreek, dacht ik: ‘Ik moet naar die Michalis Koutouzis vragen’. Ik dus naar de secretaresses, maar ze wilden me niet helpen. Ondertussen had ik een man heel vaak in en uit zien lopen bij het kantoor van Melina. Hij had lang haar, een snor, droeg een spijkerbroek, was heel relaxed en hij had duidelijk vrije toegang. Iedereen in het Griekse Ministerie van Cultuur sprak indertijd Frans - dat is nu heel anders. Dat kwam goed van pas. Toen hij weer voorbij liep, heb ik hem in m’n beste Frans gevraagd ‘Ou est-ce que je peux trouver Monsieur Koutouzis?’ De man keek me aan met de allermooiste blauwe ogen, omringd door de aller-langste wimpers, en zei: ‘Oui, c’ést moi!’ Ik vertelde duizelig over mijn tijdsprobleem en vijf minuten later was ik binnen bij Melina.
Hoe was die eerste ontmoeting met Melina?
Ik was helemaal blij, liep vrolijk naar binnen. Melina zat in kleermakerszit, schoenen uit, in een wit Indiaas gewaad, met alleen maar mannen om haar heen: haar adviseurs. Iedereen zat te lachen en sigaretten te roken. Zij ook. Ze rookte als een ketter. Ik ging naar haar toe om haar een hand te geven, maar ze zei: ‘Nee, nee, nee, blijf daar staan, in de verte, en draai je om!’ Daar stond ik dus, met mijn rug naar haar toe. Ik weet het nog precies, ik had een strakke beige broek aan, een witzijden bollende bloes, knalroze pumps met extreem hoge hakken, een grote wilde bos blond haar, met alleen langs m’n wangen twee extreem dun gevlochten minivlechtjes, onderaan vastgebonden met knalroze kwastbandjes uit Peru. Hoofd en hakken hadden dezelfde kleur - daar denk je over na op die leeftijd. Ik was 23. Ik stond daar maar, het leek een eeuwigheid. Iedereen lachte, maakte grapjes. Eindelijk zei de diva: ‘Okay, nu mag je komen’. Ik vroeg haar verbouwereerd waarom ik me om had moeten draaien. Ze zei: ‘Kijk, zie je al die mannen hier? Dat zijn mijn adviseurs. Ze lopen in en uit. De afgelopen drie uur hadden ze het voortdurend over een vrouw met een prachtige kont die op me zat te wachten. Ik wilde ook je kont zien.’
...lees verder (Deel 2)
*Ingeborg Beugel is zeer regelmatig in Griekenland en dan vooral in Hydra bij haar eigen huis. Als ze er niet is, dan wordt de villa verhuurd aan vrienden of kennissen maar ook aan allerlei gasten. Mocht je de sfeer van Hydra willen proeven en een leuke vakantie willen beleven, dan is KamiHippie Villa wellicht dat wat u zoekt!
Griekse producten zoals olijfolie, kruiden, pastitsio, honing, Nescafé frappé, maar ook originele Griekse souvenirs en cadeautjes en prachtige Griekenland tuinposters bestel je bij hét Griekse (online) winkeltje in Nederland: www.tomagazaki.nl. Kalos orisate! (Welkom!)
Advertentie Griekse Gids
Wil je op de hoogte blijven van al het nieuws over Griekenland en de Griekse Gids schrijf je in voor onze gratis digitale nieuwsbrief. Direct na het aanmelden ontvang je van ons een e-mail met een link om je inschrijving te bevestigen.
Disclaimer: Wij verzamelen zoveel mogelijk informatie om onze lezers te helpen. De Griekse Gids is niet verantwoordelijk voor beslissingen die u neemt op basis van bovenstaande informatie. Houd er rekening mee dat informatie snel (per dag en zelfs per uur) kan veranderen. Zodra er wijzigingen zijn passen wij dit zo snel mogelijk aan op deze website.