Deel 09a: De Vroeg-Byzantijnse Periode (330-610)

In deze periode regeren de dynastie van Constantijn de Grote (324-379), van Theodosius (349-457), van Leon (457-518) en van Justinianus (518-610). De welvaart die het Romeinse Rijk in de eerste en de tweede eeuw kende werd in de loop van de 3e eeuw minder. Het Romeinse rijk werd aangevallen door de Gothen uit het noorden en de Perzen uit het westen. Het was de tijd dat het Christendom zich in het Romeinse Rijk begon te verspreiden, tot ongenoegen van de Romeinse macht. Er was geen eensgezindheid meer en er heerste onvrede onder de bevolking.

Keizer Dioclitianus heeft toen geprobeerd om het grote Romeinse rijk in vier stukken te verdelen, twee in het westen en twee in het oosten. Ieder deel kreeg een aanvoerder. Dit bracht rust en zo kon ieder deel zich beter beschermen tegen aanvallen van buitenaf.

Nadat Dioclitianus zijn ontslag indiende kwam de onrust weer terug en er werden oorlogen gevoerd tussen de Romeinse delen. De vier Romeinse delen werden geleid door Constantijn en Maxentius in het westen en Likinios en Galerius in het oosten. Winnaars van deze confrontatie werden Constantijn en Likinios en in het jaar 313 werd een verdrag getekend (in Mediolanum=Milaan) waarbij iedereen een vrij geloof mocht hebben. Na een nieuwe confrontatie tussen de twee in het jaar 324, werd Constantijn alleenheerser.

Een van de belangrijkste zaken die Constantijn deed was het verhuizen van de hoofdstad van Rome naar de stad Byzantium (daar waar Istanbul tegenwoordig ligt). De impact van de handelingen van Constantijn was zo groot dat historici hem Constantijn de Grote zijn gaan noemen en de Christenen, Heilige Constantijn (Agios Konstantinos). Maar waarom bracht Constantijn zijn hoofdstad naar de stad Byzantium? De stad Byzantium, die gesticht was door inwoners van Megara bij Athene, bevond zich op een zeer strategische plek. Op deze plek was er een verbinding tussen Azië en Europa, de Zwarte zee en de Egeïsche zee. Een beter handelsknooppunt was er niet!

De nieuwe hoofdstad werd Nieuw-Rome genoemd maar de meesten noemde de stad Constantinopel (Poli tou Konstantinou =  Stad van Constantijn). Later is men de stad gewoon Poli (=stad) gaan noemen. Sinds de 20e eeuw hebben de Turken de stad Istanbul genoemd wat afgeleid is van het Grieks ‘is tin Poli’ wat ‘naar de stad’ betekent.

In Constantinopel en in het hele gebied werd Grieks gesproken. Het Christendom breidde zich uit en de moeder van Constantijn Eleni (Helena) was een zeer gelovige vrouw die later heilig is verklaard. Heel veel Romeinen kwamen nu in het Byzantium wonen, het waren burgers maar ook ambtenaren, politici, wethouders, soldaten, officieren en handelaars. Zij brachten ook de Latijnse taal naar het Byzantium, toch bleef het Grieks de belangrijkste taal.

Constantinopel werd in zes jaar tijd op zeven heuvels gebouwd. De stad wordt officieel in het jaar 330 gesticht. Er komen fantastische gebouwen, een haven, een Hippodroom, een paleis en de stad wordt ommuurd. Op de Hippodroom worden paardenwedstrijd georganiseerd en aan de ingang staan vier bronzen paarden die door de beeldhouwer Lisippus zijn gemaakt. Deze paarden hebben 8 eeuwen lang daar gestaan totdat de Venetianen ze in het jaar 1204, nadat ze de stad bezet hadden, naar Venetië mee hebben genomen. Deze paarden staan tegenwoordig bij het San Marco plein in Venetië.

Constantinopel wordt ondertussen de meest indrukwekkende stad in Europa. Er komen grote pleinen en prachtige kerken. De belangrijkste kerken die toen gebouwd zijn, zijn de Agia Sofia, de kerk van Agia Irini en de Heilige Apostelen (Agioi Apostoli). Het Christendom breidt zich nu uit, maar er is ook tegenstand. Zo wil de latere Keizer Julianus (361-363) terug naar de religie van de Griekse Goden maar de weerstand is groot. Als later keizer Theodosius (349-457) aan de macht komt, verbiedt hij de oude Griekse Goden, hij sluit het heiligdom van Delphi (Orakel) en verbiedt de Olympische spelen.

In het jaar 395 vindt een belangrijke gebeurtenis plaats. De vele aanvallen uit het noorden (door Hunnen, Goten en Vandalen) zijn een groot probleem en de keizer Theodosius, ook wel Theodosius de Grote genoemd. Als hij op sterven ligt, neemt hij de beslissing om het Rijk in twee delen te verdelen, in oost en west. Hij denkt dat dit de beste manier is om zijn Rijk te beschermen. Het hele gebied wordt tussen zijn zonen Onorios (het westen) en Arkadios (het oosten) verdeeld.

Het West-Romeinse rijk wordt inmiddels aangevallen door Goten en Ostrogoten en in het jaar 476 houdt het op met bestaan. Met het Oost-Romeinse rijk ging het beter en beter, de organisatie was zeer goed en de aanvallen van vijanden werden met gemak afgeweerd. De Griekse taal wordt nu de officiële taal van het Oost-Romeinse Rijk, de welvaart in de stad kent een hoogtepunt. Dit is ook het begin van het Byzantijnse Rijk dat uiteindelijk tien eeuwen blijft bestaan. Er is geen rijk in de wereldgeschiedenis dat ooit zo lang heeft bestaan.

Na Keizer Leon (457-518) wordt in het jaar 527 Justinianus de nieuwe keizer. In deze periode is er behoorlijk wat onrust met binnenlandse kwesties en het Byzantium wordt regelmatig door Goten en Vandalen aangevallen. Justinianus gaat hervormen en niet iedereen is er blij mee, want vele vooraanstaande ambtenaren verliezen hun voorrechten. Er breken rellen uit waarbij Justinanus zich als een dictator gedraagt en 30.000 tegenstanders doodt. Uiteindelijk zet Justinianus door en er komt geleidelijk weer de rust terug.  Er komen gouden Byzantijnse munten en de macht van het Byzantium wordt weer groter en groter. Justinianus wil het Byzantijnse Rijk weer groter maken, hij wil het weer zo groot maken als het Grieks-Romeinse Rijk, een aantal eeuwen daarvoor.

Na de rellen van Constantinopel probeert de keizer de stad te herbouwen en deze beter te maken dan voorheen. Zijn belangrijkste werk is dat van de Agia Sofia die uitgebreid wordt. Twee van de bekendste Griekse architecten uit die periode, Anthemios en Isidoros, krijgen de opdracht van Justinianus om de Agia Sofia te renoveren en om er een indrukwekkende kerk van te maken, een kerk zoals er nog nooit van tevoren had bestaan. Maar liefst 10.000 werknemers werken vijf jaar lang aan de bouw van de Agia Sofia. De Agia Sofia was van iedereen. De nieuwe Agia Sofia werd in het jaar 537 gesticht.

Ondertussen werd het Byzantium weer groter. Justinianus was goed voor iedereen en kon goede afspraken maken, ook met de vijanden. Toch waren er ook langdurige oorlogen. De oorlog tegen de Goten duurde twintig jaar en was uitputtend voor zijn leger. Hoewel het Byzantium goed was voor zijn buurlanden doken er regelmatig nieuwe vijanden op. Buren van het Byzantium waren:

  1. De Slaven uit het noorden die ten noorden van de Donau woonden en pas in de 4e eeuw op het toneel verschenen. In de 8e eeuw worden de Slaven door de Byzantijnen tot Christenen bekeerd en de relatie tussen de volkeren wordt beter. Een belangrijke rol hierin spelen de Grieken Kyrillos en Methodios die tot de dag van vandaag als belangrijke personen worden gezien (Heilig verklaard) in landen zoals Tsjechië, Bulgarije, Rusland en Servië.
  2. De Avaren uit Mongolië die eerst in de Kaukasus verbleven en zich daarna richting het westen verplaatsten waar ze in aanvaring kwamen met de Slaven.
  3. De Bulgaren die uit Azië kwamen en zich in de 5e eeuw in het noordoosten van de Zwarte zee vestigden, daarna verhuisden ze naar een gebied ten zuidwesten van de Zwarte zee en het gebied waar Bulgarije nu ligt.
  4. De Arabieren in de 7e eeuw.



Ook interessant!

Herakles Griekse halfgod met grote kracht
Herakles Griekse halfgod met grote kracht
Narcissus verliefd op eigen spiegelbeeld
Narcissus verliefd op eigen spiegelbeeld
Poseidon Griekse god van de zee
Poseidon Griekse god van de zee
Europa moeder van Minos
Europa moeder van Minos