Deel 12: Griekenland van 1832 tot 1912

Griekenland is voor een deel een vrij land, maar kent in deze tijd problemen er is geen structuur, geen regering, geen onderwijs. Er zijn voortdurend ruzies met elkaar en over hoe men moet gaan regeren. De Europese grootmachten willen hier iets aan doen en stellen in het 1833 Otto aan, als Koning van Griekenland. Otto was zoon van de Koning van Beieren. Het Griekse volk kon weer vrij leven en zonder angst zijn geloof uitoefenen, feesten en tradities konden weer herleven. In deze periode zijn de inwoners van Griekenland nog steeds vooral landbouwer en veehouder, ook ontstaat stilletjes aan handel en allerlei ambachten.

In die periode na de onafhankelijkheid waren er eigenlijk geen grote steden in Griekenland. In Athene bijvoorbeeld, daar woonden maar 4.000 mensen, dertig jaar later waren het er 40.000. Ook het vervoer was lastig, want Griekenland liep ontzettend achter op de Europese landen. De post bijvoorbeeld werd met ezels of paarden rondgebracht en het duurde soms weken of maanden voordat een brief zijn bestemming bereikte.

Toch waren de Grieken niet blij met koning Otto, want hij regeerde zeer streng en deed te weinig voor het land, tot ongenoegen van het Griekse volk. In 1862 verliet hij uiteindelijk Griekenland. Zijn opvolger werd Georgios de 1e van Denemarken die tot en met 1913 koning van Griekenland was. In zijn periode is Griekenland groter geworden en gemoderniseerd. In het jaar 1864 wordt de parlementaire monarchie ingevoerd. Het Griekse volk was blij met deze nieuwe koning en Engeland gaf aan de Grieken de Ionische eilanden ‘cadeau’. De Engelsen wilden eigenlijk van deze eilanden af omdat er steeds weer opstanden waren en deze eilanden uiteindelijk niet zoveel opbrachten.

Kreta was intussen nog steeds in handen van de Ottomanen en iedere opstand werd met geweld neergeslagen. Heel bekend is de gebeurtenis die op 8 november 1866 in het klooster van Arkadi bij Rethymnon plaatsvond en waarbij honderden Griekse rebellen zich opbliezen om niet door de Turken gevangen te worden. Gevangenen en opstandelingen werden in die tijd tot de dood gemarteld.

Een van de grootse problemen van Griekenland was, zoals nu nog steeds, de economie. De industriële revolutie vond in Europa plaats maar Griekenland was nog haar wonden aan het likken van de opstand tegen de Turken. Griekenland had geen industrie en was verplicht om allerlei producten te importeren. Om deze producten te importeren moest men steeds leningen afsluiten en dat ging ten koste van veel nationale zaken want de nationale onafhankelijkheid kwam in gedrang.

Ondertussen waren er overal oorlogen in de Balkan. De Grieken waren de eersten die hun onafhankelijkheid terug wonnen maar andere landen waren nog steeds in oorlog met de Ottomanen. De Russen wilden hier meer macht en hielpen de Slavische landen, zo ontstond er bijvoorbeeld een groot Bulgarije, een Servië en een Roemenië. Dit had tot gevolg dat de andere Europese landen hier sceptisch over werden en de kant van Turkije kozen om tegen de Russen in te gaan. Dat was niet in het voordeel van Griekenland. De Bulgaren die intussen groter waren geworden en de steun van de Russen hadden probeerden, meer en meer, delen van het voormalige Ottomaanse Rijk (bijv. Oost Roemenië) zich toe te eigenen en dat tot grote ontsteltenis van de Serviërs en de Grieken. De steden Filipoupoli (tegenwoordig Plovdiv)  en Andranoupolis (tegenwoordig Edirne in Turkije) waren in de 18e eeuw steden waar bijna uitsluitend Grieken woonden. Uiteindelijk kwam in het jaar 1881 Thessalië weer bij Griekenland en ook een deel van Epirus (Arta) maar na een oorlog tussen de Grieken en de Ottomanen viel Thessalië in het jaar 1887 weer in handen van de Turken.

In de jaren die volgen is er een belangrijke gebeurtenis die de wereldgeschiedenis zal beïnvloeden. In het jaar 1896 worden de eerste moderne Olympische Spelen in Athene gehouden. Griekenland is wereldwijd groot nieuws!

Inmiddels gaat het er in het Ottomaanse rijk slecht aan toe. Er is grote onvrede en daar profiteren de Kretenzers van in het jaar 1908 als ze na een nieuwe opstand de Turken verslaan. De Griekse regering hield toen, tot grote verontwaardiging van alle Grieken, een neutrale positie, omdat men bang was dat Turkije terug zou slaan als Griekenland zich ermee ging bemoeien en dat leidde tot de val van de Griekse regering in het jaar 1909 na een coupe van generaals. De generaals stelden nu een nieuwe eerste Minister voor Griekenland aan, dat was Eleftherios Venizelos uit Kreta.

Na Kreta werd ook Macedonië in het jaar 1912 bevrijd en kwam het weer daar waar het sinds de oudheid hoorde. Dat ging niet zonder slag of stoot want in de jaren 1912-1913 vonden de Balkanoorlogen plaats.




Ook interessant!

Helios Griekse god van zon en licht
Helios Griekse god van zon en licht
Bellerophon Griekse held
Bellerophon Griekse held
Herakles Griekse halfgod met grote kracht
Herakles Griekse halfgod met grote kracht
Ares Griekse god van de oorlog
Ares Griekse god van de oorlog